watercrisis verzekeringsdekking ruimtelijke ordening investeringsbeleid publiek private samenwerking

Ons klimaat verandert snel en de effecten zijn voelbaar: van stormen en overstromingen tot periodes van langdurige droogte. De bescherming van de burgers tegen de gevolgen van deze natuurfenomenen schiet nog te kort. De overheid en de verzekeraars dienen hun krachten te bundelen om de uitdagingen die voor ons liggen aan te pakken en een robuust regelgevend kader uit te werken. Zodanig dat we kunnen zorgen voor een toekomst waarin de burger goed beschermd wordt en we goed voorbereid zijn bij een volgende natuurramp.

Context

Ons klimaat verandert

Ons klimaat verandert, daar is iedereen het ondertussen algemeen over eens. De effecten van deze klimaatverandering laten zich ook meer en meer voelen: lange natte of droge periodes komen steeds vaker voor, en de intensiteit van neerslag neemt ook toe. De lijst van recente voorbeelden in eigen land is lang: de overstromingen in Luik in 2021, de stormen Eunice en Franklin in 2022, de aanhoudende droogteperiodes in 2022, 2023 en ook dit jaar, de overstromingen in het IJzerbekken in 2023, deze in de Denderstreek en in Voeren in 2024,…

Het regelgevend kader in België biedt geen goede bescherming voor de burger qua vergoeding na schade met een vraagteken over de financiering van de regio’s

De burgers genieten op vandaag van een verplichte dekking in hun woningverzekering tegen de gevolgen van natuurrampen. Sinds 2006 is deze regeling van kracht waarbij voorheen het Rampenfonds als enige schade door natuurfenomenen vergoedde.

BFWD 2025 6 Grafiek Delobelle

Bij het verplicht maken van de dekking natuurrampen in 2006 werd voorzien in een gedeelde verantwoordelijkheid tussen verzekeraars en overheid, waarbij een eerste niveau ten laste was van de verzekeraars, en een tweede niveau met een gelijk bedrag ten laste van de overheid (via het federale Rampenfonds). In de praktijk betekende dit een totale capaciteit van verzekeraars en overheid samen van een kleine 550mln EUR.

Er werd toen ook voorzien in een solidariteitsmechanisme via het Tariferingsbureau, waarbij er een maximumtarief vastgelegd werd voor de dekking natuurrampen in de woningverzekering, en waarbij de schades van de klanten die aan het maximumtarief verzekerd worden(1), gesolidariseerd worden over alle verzekeringsmaatschappijen heen. Zo wordt de toegankelijkheid voor de burger gegarandeerd, ook voor wie in een meer risicovol gebied woont(2).

In 2014 werd de bevoegdheid voor het Rampenfonds geregionaliseerd(3), en alleen Vlaanderen heeft in dat verlengde een beperkte regeling voorzien (met een capaciteit van 100mln EUR). De Brusselse en Waalse regio hebben deze bevoegdheid niet uitgeoefend voor wat betreft een dekking door een regionaal rampenfonds voor schades die de vergoedingslimieten van de verzekeraars te boven zouden gaan. Dit betekent dat hier een juridisch vacuüm ontstaan is met veel onduidelijkheid bij een grote ramp, wat we in 2021 mogen ervaren hebben.

Het huidig regelgevend kader voorziet dat de verzekeraars samen instaan tot 1,75 miljard EUR(4) per evenement voor schade door overstromingen. Deze limiet is een meer dan verviervoudiging van de oorspronkelijke limiet voor de verzekeraars – een verhoging die eenzijdig en zonder dialoog met de sector doorgevoerd werd door de Federale regering in 2024. Verzekeraars zijn zelf vragende partij voor een plafond om de solvabiliteit van de verzekeraars te beschermen, en zodoende de bescherming van de verzekerden de garanderen en de premies betaalbaar te houden.

2021… wat ooit moest gebeuren, gebeurde…

In juli 2021 werd de Vesder vallei uitermate hard getroffen door zeer zware regenval, 270mm water per vierkante meter in 48uur tijd. Gevolg: 37 doden te betreuren, en een massa materiële schade. Ondertussen weten we dat die materiële schade de 2miljard EUR overschreden heeft.

Gezien er een juridisch vacuüm bestaat in Wallonië, diende er snel een ad hoc regeling uitgewerkt te worden, waarbij de verzekeringssector uiteindelijk ongeveer 1 miljard EUR van de totale schade van die ramp ten laste genomen heeft (ipv de wettelijke limiet op dat moment van ongeveer 340mln EUR). Wallonië heeft de schade gedragen boven dat miljard EUR, waarbij de verzekeringssector een renteloze lening op 8 jaar toegekend hebben aan de Waalse overheid, om dit te kunnen dragen. Daardoor kon de vergoeding van de slachtoffers zonder onderbreking doorgaan.

Echter, zo’n ad hoc regeling kan niet de normale manier van werken zijn bij grote evenementen. Verzekeraars hebben daarenboven de steun nodig van herverzekeraars, en die laatste wensen ook een stabiel juridisch kader zodat het duidelijk is tot hoever engagementen reiken. Zonder herverzekering zou het voor een Belgische verzekeraar trouwens onmogelijk zijn om een dekking natuurrampen te verstrekken: een spreiding over verzekeraars, over de landsgrenzen heen, is nodig om grote rampen behapbaar te houden.

Het risico op een herhaling van een grote ramp, is nochtans reëel

Het risico op een grote ramp is niet gering: een simulatie(5) werd uitgevoerd wat de impact zou zijn van een ‘kleine’(6) en een ‘grote’(7) waterbom in Vlaanderen, met resultaten die hallucinant zijn: bij een grote waterbom zouden 90.400 woningen getroffen worden, en zou de schade oplopen tot boven de 8miljard EUR(8). 5% van de woningen in Vlaanderen ligt trouwens in een zone met een risico op overstroming eens om de 10 jaar.

BFWD 2025 6 Kaart Delobelle

Er wordt nog steeds gebouwd in overstromingsgevoelige gebieden

Voorkomen is echter beter dan genezen: bouwen in overstromingsgevoelige gebieden moet verder strikter opgevolgd worden zodat veel menselijk leed in de toekomst vermeden kan worden. Lokale overheden hebben nog te weinig de reflex om het risico op wateroverlast mee te nemen in het beoordelen van bouwvergunningen. In 2023 ging de Vlaamse overheid nog meer dan honderd keer in beroep tegen een toegekende bouwvergunning omdat deze overstromingsgevoelig gebied betrof(9).

Een adequaat watermanagement

Het sluitstuk van het beleid is hoe we omgaan met water. Het Sigmaplan in Vlaanderen in het Scheldebekken en de investeringen op de Dender in Wallonië zijn voorbeelden van hoe het risico op grote overstromingen verkleind kan worden. De kritische infrastructuur is op vele andere plaatsen echter verouderd of gewoonweg afwezig. De visie op watermanagement van bevaarbare en onbevaarbare waterlopen eveneens als van wateropslag en -afvoer, is de laatste jaren geëvolueerd waarbij het besef gegroeid is dat de nodige ruimte voor water moet voorzien worden om het risico op overstroming beheersbaar te houden. Verdere acties dringen zich echter op(10) terwijl we zien dat de nodige budgetten soms blijven haperen(11).

Naar een structurele bescherming van onze woningen

Om een adequate bescherming te bieden aan de burger tegen de gevolgen van klimaatverandering, moeten er maatregelen genomen worden op verschillende domeinen:

Een waterdichte verzekeringsdekking

Het huidige regelgevend kader voorziet in een verplichte dekking van de gevolgen van natuurrampen in de woningverzekering (voor woningen, kleine handelszaken en landbouwgebouwen)(12). De verzekeraars bieden vandaag via de dekking een kwalitatief goede bescherming voor de burger, met een snelle schaderegeling via hun vertrouwde distributiekanaal of rechtstreeks met de verzekeraar, en zij willen hun rol in de toekomst verder opnemen.

Zoals eerder aangegeven bestaat er een limiet voor de verzekeringssector van ongeveer 1,75miljard EUR, en dat er een juridisch vacuüm is als deze limiet bereikt wordt.

Daarom stellen we voor dat er een wettelijk verankerde regeling voor schade boven de 1,75 miljard EUR komt, waarbij de overheid een duidelijk en substantieel engagement neemt om deze schade tot een vooraf bepaald bedrag, te gaan vergoeden.  We stellen voor dat de gewestelijke overheden eenzelfde niveau van engagement nemen als de verzekeringssector, en dus tussenkomen voor de schades die de 1,75miljard overschrijden tot een maximumbedrag van 2x1,75miljard (geschatte bedragen). Een capaciteit van de verzekeringssector en de overheid samen van een 3,5 miljard EUR zou ons moeten beschermen tegen rampen die eens in de 200 jaar voorvallen.

De overheid kan verschillende wegen bewandelen om hun deel te gaan financieren. Dit kan via een fonds (met middelen uit de begroting, via Catastrophe (CAT) Bonds of andere financiering) of een herverzekering.

We zijn ons ervan bewust dat hoe kleiner het beleidsniveau is waarop de verantwoordelijkheid van de overheid gelegd wordt, hoe uitdagender deze wordt. We nodigen bijgevolg de verschillende overheden uit om na te denken of er ook geen solidariteit op nationaal niveau moet voorzien worden waarbij de federale overheid bij grote rampen een deel van de lasten draagt. Een solidariteitsmechanisme op Europees niveau kan het sluitstuk zijn om de financiële impact van zeer grote evenementen verder te gaan spreiden.

De verzekerden/slachtoffers zijn bij een schade ook het best bediend via hun verzekeraar. Daarom stellen wij een one stop shop voor waarbij alle schade vergoed wordt door de verzekeraar, die dan – indien van toepassing – gaat recupereren bij de overheid. Dit zou het geval zijn als de vergoedingslimiet van de verzekeraar zou bereikt zijn.

Een waterveilige ruimtelijke ordening

Bouwen in overstromingsgevoelige gebieden moet aan banden gelegd worden. De regio’s moeten actiever zijn in het vergunningsbeleid zodat er meer rekening gehouden wordt met de risico’s op wateroverlast.

Een watervriendelijke investeringspolitiek

Naast de nodige ingrepen in het ruimtelijk ordeningsbeleid, dienen de nodige infrastructurele ingrepen te gebeuren om de weerbaarheid van ons land tegen de kracht van het water te verhogen. Dit kan gaan over investeringen in stutten, sluizen, rivierbeddingen, overstromingsgebieden, enz: onze waterhuishouding moet actief beheerd worden. Verzekeraars zijn lange termijn investeerders, en AG investeert stelselmatig in infrastructuurwerken (bv. Scholen van Morgen en Scholen van Vlaanderen, de herinrichting van de R4 rond Gent, de tramlijn in Luik, de nieuwe gevangenissen in Beveren en Haren, enz).

Als verzekeraar is AG beschikbaar om financieringen met een lange looptijd te verstrekken (tot 30jaar en meer aan vaste rentevoeten). Als de overheid de nodige projecten creëert, kunnen wij erin meestappen(13) en een activerende factor zijn voor andere investeerders in de markt.

AG als verantwoordelijke verzekeraar

Naast de zeer concrete maatregelen die heel specifiek nodig zijn om de bescherming tegen natuurrampen te verbeteren, is het belangrijk duurzaamheid integreren in de bedrijfsvoering, zodat de klimaatverandering nog zoveel mogelijk beïnvloed kan worden.

  • Als verzekeraar bieden we producten en diensten aan die de transitie naar een duurzamere toekomst faciliteren (bv. een ecosysteem voor elektrische voertuigen, kortingen voor energiebesparende maatregelen in de woning, spaarproducten met het Towards Sustainability Label, enz)
  • Als investeerder beheren we meer dan 70miljard EUR spaargelden van onze klanten. 12 miljard EUR hiervan wordt op vandaag al geïnvesteerd in de duurzame transitie (bv. sociale huisvesting, windmolenparken, openbaar vervoer (tramlijn Luik), ziekenhuizen, enz.)
  • Als werkgever van 4.400 medewerkers werken we aan Great place to grow for all, met aandacht voor een divers en inclusief beleid dat iedereen doet groeien en ontplooien
  • In onze dagelijkse bedrijfsvoering hebben we al verschillende inspanningen gedaan om onze eigen CO2 uitstoot te laten dalen in lijn met de IPCC doelstellingen, en gaan verder op dit pad. Via solidarity steunen we jaarlijks meer dan 60 organisaties in België met financiële middelen maar ook met helpende handen.

De inspanningen van AG worden weerspiegeld in het Ecovadis Platinum label, wat betekent dat we bij de 1% best presterende bedrijven ter wereld zijn op niveau van duurzaamheid.(14)

Conclusie

Te nat, te droog, we krijgen er de laatste jaren regelmatig mee te maken – in de toekomst mogen we ongetwijfeld meer van hetzelfde verwachten. De burger mag van de overheid en de verzekeraars verwachten dat hij goed vergoed zal worden bij natuurgeweld. Het is aan die verschillende actoren om samen te werken aan een coherent beleid en een goede wettelijke regeling zodat die correcte vergoeding bij een ramp er kan komen. We zien positieve signalen in de regeerakkoorden, zowel federaal als regionaal, om de problematiek aan te pakken. We staan als sector en met AG klaar om de dialoog met de overheid hierover te voeren.

Eindnoten

(1) Dit gaat over een beperkt aantal klanten: dit over 0,2% van alle verzekerden

(2) Deze regeling geldt niet voor woningen die nog nieuw gebouwd worden in gebieden met zeer hoog overstromingsrisico

(3) Sinds 1 juli 2014 zijn de gewesten verantwoordelijk voor het organiseren van een regionaal Rampenfonds.

(4) De vergoedingslimiet voor de sector werd wettelijk vastgelegd op 1,88 keer de jaarpremies van de woningverzekering; gebaseerd op de geschatte premies van 2023 betekent dit vergoedingslimiet van 1,75 miljard EUR.

(5) Opdrachtgever: Vlaams minister van openbare werken Lydia Peeters

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/02/14/waterbom-over-vlaanderen-zou-tot-8-miljard-schade-kunnen-leiden/

(6) 107mm neerslag binnen 48 uur

(7) 230mm neerslag binnen 48 uur

(8) Bij een kleine waterbom: 5.300 woningen en 300mln EUR schade

(9) https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/vlaanderen/gemeenten-laten-bouwen-in-overstromingsgevoelig-gebied-vaak-te-snel-toe/10517136.html; https://www.lalibre.be/economie/immo/2024/02/29/construire-dans-une-zone-inondable-cest-possible-KGDG3SQQY5HKRIINRWDPASPWZ4/https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/03/11/waarom-blijven-we-bouwen-in-overstromingsgebied/; https://www.tijd.be/dossiers/klimaat/paola-vigano-urbaniste-we-zijn-niet-in-staat-om-na-te-denken-over-klimaatrisico-s/10573979.html

(10)https://www.vlaamsewaterweg.be/sites/default/files/download/weerbaar_waterland_expertenpanel_hoogwaterbeveiliging_advies.pdf

(11) https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/05/17/blue-deal-moest-droogte-oplossen-waar-staan-we-nu/

(12) Het Rampenfonds, door de overheid georganiseerd, komt alleen nog tussen in de andere situaties (grote bedrijven, woningen in risicogebieden). Indien een woning niet verzekerd is, dan heeft de burger geen recht op een vergoeding van het Rampenfonds. Hierop bestaat een uitzondering voor burgers die genieten van een leefloon. Zij kunnen wel beroep doen op het Rampenfonds.

(13) Indien het project beantwoordt aan de investeringspolitiek van AG Insurance inzake rendement en risico

(14) Alle initiatieven van AG kunnen nagelezen worden in het Impact Rapport ( https://impactreport.ag.be/nl/  / https://impactreport.ag.be/fr/ )

Auteurs

Heidi Delobelle 280

Heidi Delobelle

CEO AG Insurance