Alles wat je altijd al wilde weten over geld en monetair beleid (maar niet durfde te vragen)

Het uitvoeren van het monetair beleid, ook wel ‘geldbeleid’ genoemd, is een van de belangrijkste taken van een centrale bank. In dit artikel gaan we in op de vraag hoe ze dit doet en welke rol geld hierbij precies speelt. In feite gaat monetair beleid tegenwoordig over de bepaling van rentetarieven – de prijs van geld –, niet over het controleren van de geldhoeveelheid. We lichten ook de recente hervorming van het operationeel kader voor de uitvoering van het monetair beleid van de ECB toe.
Focus op rentetarieven
Het monetair beleid kan waarschijnlijk beter gezien worden als rentebeleid. Centrale banken houden de kortetermijnrente strak onder controle, terwijl geldcreatie in hoofdzaak gebeurt door commerciële banken – het zijn immers leningen die deposito’s doen ontstaan. Zijn géén directe doelstellingen van het monetair beleid: het door centrale banken uitgegeven geld (het zogenaamde ‘basisgeld’), of de hoeveelheid geld in omloop in de economie (de zogenaamde ‘ruime geldhoeveelheid’). De centrale banken beïnvloeden dus enkel de bancaire kredietverlening en geldcreatie – zonder deze volledig te (willen) controleren – via de effecten van hun rentebeleid op de financieringsvoorwaarden.
Geld is nog steeds belangrijk
Geld blijft belangrijk voor het monetair beleid. Volgens de kwantiteitstheorie van geld, is de hoeveelheid geld die in de economie in omloop is een belangrijke bepalende factor voor het algemeen prijspeil (zeker op lange termijn). Hoewel het verband tussen monetaire aggregaten en de inflatie op middellange termijn is verzwakt, blijven ze op langere termijn waardevolle indicatoren. Een overvloed aan geld in de economie kan bijvoorbeeld zorgen baren over financiële stabiliteit, door buitensporige kredietgroei, een oplopende schuldenlast in de niet-financiële private sector of risicovol gedrag bij commerciële banken.
Een nieuw kader voor de uitvoering van het monetair beleid
Een herziening van het operationele kader van het Eurosysteem voor de uitvoering van het monetair beleid bleek noodzakelijk. Dit kader was de voorbije vijftien jaar al geleidelijk aangepast onder invloed van de onconventionele maatregelen die genomen werden als antwoord op de opeenvolgende crisissen. Het nieuwe kader, dat formeel van kracht werd in 2024, wijzigt verder de manier waarop het monetair beleid in het eurogebied wordt gevoerd. Het betekent echter geen terugkeer naar het systeem van twintig jaar geleden. Er is trouwens al een volgende herziening van het raamwerk gepland voor 2026, op basis van de ervaringen en inzichten die intussen worden opgedaan.
Auteurs


