value for money coûts produits d'assurance product oversight & governance (POG) contrôle life Non life vie & non-vie

Verzekeraars verlaagden de kosten of stopten de commercialisering van meer dan 200 verzekeringsproducten nadat de FSMA had vastgesteld dat ze onvoldoende waar voor hun geld boden. 

POG - value for money 

Op 2 februari 2016 werd de zogenaamde IDD-richtlijn gepubliceerd.(1) Eén van de opvallende bepalingen in deze richtlijn was de verplichting voor ontwikkelaars van verzekeringsproducten om procedures te voorzien voor hun “Product oversight and governance”, kortweg POG.(2) Deze verplichting werd verder geconcretiseerd in de gedelegeerde Verordening 2017/2358 van 21 september 2017.(3) Naar Belgisch recht werd deze verplichting opgenomen in artikel 288 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen.

De essentie van POG is dat elke verzekeraar de verplichting heeft om, alvorens een verzekeringsproduct te distribueren, grondig na te denken over het beoogde doelpubliek van zijn product, over de distributiemethode die het best aansluit bij dit doelpubliek, over de noden van dat doelpubliek en over de wijze waarop zijn product op een evenwichtige wijze een antwoord biedt aan die noden. Het is hierbij primordiaal dat de aangerekende kosten voor het product in verhouding staan tot de geleverde voordelen voor de verzekeringnemer en dus value for money bieden. Om deze verhouding correct te kunnen beoordelen moet hij de nodige testen uitvoeren. Ook na lancering van een verzekeringsproduct moet hij dit product blijven monitoren en ten gepaste tijde opnieuw evalueren.

Kortweg moeten verzekeraars bij het ontwerpen en evalueren van producten niet alleen kijken naar hun commerciële aantrekkelijkheid en winstgevendheid, maar tevens expliciet onderbouwen hoe deze producten een evenwichtige waarde creëren voor de consument.

Acties FSMA – kwalitatieve controles

De verplichting om POG-procedures te hanteren trad in België in werking op 28 december 2018. Sindsdien heeft POG, en in het bijzonder value for money, steeds meer aan belang gewonnen in het toezicht op de verzekeringsproducten.

De eerste POG-controles van de FSMA focusten zich op het bestaan en de kwaliteit van POG-procedures en de mate waarin verzekeringsondernemingen deze correct doorliepen. Concreet werd voor 18 producten, verspreid over 16 verzekeringsondernemingen, in detail nagegaan of en zo ja, op welke wijze zij een POG-procedure hadden doorlopen.

De voornaamste knelpunten die de FSMA in het kader van dit onderzoek vaststelde, betroffen meerdere fundamentele aspecten van het productontwikkelingsproces:

  • Klantgerichtheid - Meerdere verzekeringsondernemingen gingen onvoldoende na welke impact het verzekeringsproduct precies had op haar doelpubliek. In enkele gevallen ontbrak deze analyse zelfs volledig en werd enkel de eigen winstgevendheid getest. Dit vergroot uiteraard gevoelig het risico dat het verzekeringsproduct onvoldoende aansluit bij de behoeften en kenmerken van zijn beoogde doelpubliek.
  • Eigen procedures - Een aantal verzekeringsondernemingen beperkte zich louter tot het letterlijk overnemen van de wettelijke bepalingen in hun procedures, zonder deze te concretiseren in functie van de specifieke kenmerken van de door hen aangeboden producten, hun bedrijfsactiviteiten of het door hen gehanteerde distributiemodel.
  • Product testing - Meerdere verzekeringsondernemingen voorzagen geen duidelijke en objectieve toetsingscriteria om te beoordelen of hun producten daadwerkelijk value for money boden voor de klant. De beoordeling bleef hierdoor bijzonder vaag, arbitrair en vrijblijvend.
  • Complexiteit van het product - De complexiteit van het product werd in vele gevallen niet structureel beoordeeld. Een dergelijke complexiteitsanalyse is nochtans essentieel om het beoogde doelpubliek correct te kunnen afbakenen en om op een proportionele wijze na te gaan of de kenmerken van het product afgestemd zijn op de behoeften en het begripsvermogen van die doelgroep.

Deze kwalitatieve controleacties mondden uit in een significante verbetering van de POG-procedures van de betrokken verzekeringsondernemingen, alsook in de publicatie van een POG-vademecum inzake verzekeringen. In dit vademecum formuleert de FSMA een aantal aanbevelingen voor de sector en licht ze toe wat ze precies verwacht van ontwikkelaars van verzekeringsproducten - leven en niet-leven - bij de toepassing van de POG-vereisten.

Acties FSMA – kwantitatieve controles

Vanaf 2023 verlegde de FSMA haar belangrijkste controlefocus naar de concrete resultaten van het doorlopen van de POG-procedures bij de diverse verzekeringsondernemingen. Via verschillende kanalen worden met een risk based aanpak producten geselecteerd waarvan de producteigenschappen vragen doen rijzen omtrent hun value for money. Dat zijn de zogenaamde outliers. Het betreft zowel producten leven als niet-leven:

  • Vooreerst worden de levensverzekeringsproducten nader onderzocht die een opvallend hoge Reduction in Yield (RIY) vertonen. RIY staat voor de jaarlijkse kostenlast die op het product weegt, rekening houdend met de aanbevolen periode van bezit voor het product.
  • Voor verzekeringsproducten niet-leven focust de FSMA op producten die een opvallend lage claims ratio laten optekenen. De claims ratio meet de verhouding tussen de uitbetaalde prestaties aan de verzekeringnemers op productniveau ten opzichte van het totaal aan geïnde premies voor dat product.

Eens de te onderzoeken producten op deze manier geselecteerd werden, worden de betrokken verzekeringsondernemingen aangeschreven met de vraag de value for money van hun geviseerde producten aan te tonen. Waar een verzekeringsonderneming geen of een onvoldoende overtuigende verklaring kan geven voor de vastgestelde indicatoren, verzoekt de FSMA haar de nodige maatregelen te nemen opdat het product in kwestie alsnog value for money zou bieden, dan wel de commercialisering ervan te stoppen.

De FSMA legde in 2023 en 2024 de focus op verschillende producten. Bij levensverzekeringen lag de focus vooral op tak 23-producten, of het nu onder de vorm van een pensioenproduct was (in de tweede en derde pensioenpijler) of niet (in de zogenaamde vierde pijler). Vanaf 2024 breidde de FSMA haar scope uit naar een heel scala aan niet-levensverzekeringen: brand, rechtsbijstand, auto, burgerlijke aansprakelijkheid, ….

De FSMA rondde in de periode 2023-2024 in totaal 234 onderzoeken af. Het ging om 178 onderzoeken over beleggingsopties die verzekeraars aanboden bij een tak 23-product en 56 onderzoeken van verzekeringsproducten niet-leven.

De volgende tabel biedt een overzicht van de behaalde resultaten voor de periode 2023-2024.

03 BFWD 2025 9 Fig 1 Van Wassenhove

Voorgaande tabel maakt duidelijk dat het vaststellen van een gebrekkige value for money bij levensverzekeringsproducten meestal uitmondde in een verlaging van de kosten, daar waar dit bij niet-levensverzekeringsproducten vaker leidde tot de stopzetting van de commercialisering van het product.

Slechts bij vijf procent van de onderzochte producten kon de verzekeringsonderneming in kwestie een afdoende verantwoording voorleggen voor de vastgestelde parameters. Hierbij mag uiteraard wel niet uit het oog verloren worden dat de onderzoeken van de FSMA net focussen op verzekeringsproducten met opvallend afwijkende kenmerken (zie hoger).

Bij de 137 sub-trajecten leven die finaal uitmondden in een kostenverlaging bedraagt het rekenkundig gemiddelde van de bereikte vermindering van de RIY 0,64 procent.

  • 59 trajecten hiervan waren verbonden aan beleggingsopties in pensioenproducten. Het rekenkundig gemiddelde van de bereikte vermindering van de RIY voor deze beleggingsopties bedroeg 0,27 procent. Rekening houdend met een investeringshorizon van 30 jaar betekent dit een verhoging van het opgebouwde pensioenkapitaal via deze opties met meer dan vijf procent.
  • De 78 overige trajecten waren niet verbonden aan een pensioenproduct. Het rekenkundig gemiddelde van de bereikte vermindering van de RIY voor deze beleggingsopties bedroeg 0,94 procent. Rekening houdend met een gemiddelde investeringshorizon van 10 jaar betekent dit een verhoging van het opgebouwde eindkapitaal via deze opties met ruim negen procent.

Value for money als structurele toetsingsprioriteit

Niet enkel in België maar ook op Europees niveau is value for money een zeer belangrijke toezichtsprioriteit geworden. EIOPA, de Europese toezichthouder bevoegd voor onder andere verzekeringsondernemingen, heeft meerdere documenten rond POG gepubliceerd en blijft hameren op het belang van dit onderwerp. Value for money is niet louter een tijdelijk aandachtspunt, maar een structureel onderdeel geworden van het toezicht op de verzekeringssector in heel Europa. De FSMA zal dan ook scherp blijven toezien op de mate waarin producten aantoonbaar in het belang van de klant zijn en een redelijke verhouding bieden tussen kosten, dekkingen en verwachte prestaties.

Endnotes

(1) Richtlijn (EU) 2016/97 van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie, PB 2 februari 2016.

(2)  Zie artikel 25 IDD-Richtlijn.

(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2358 van de Commissie van 21 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot vereisten inzake producttoezicht en -governance voor verzekeringsondernemingen en verzekeringsdistributeurs, PB 20 december 2017.

Auteurs

04 BFWD 2024 6 Yves Van Wassenhove 0020 Light

Yves Van Wassenhove

Coördinator - Toezicht op verzekeringsproducten, FSMA