retail investor survey dashboard ETF composition du portefeuille connaissance financière

Dit artikel bundelt de voornaamste resultaten van 2 studies die de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) recent publiceerde over de Belgische retailbelegger. De FSMA publiceert driemaandelijks het Retail Investor Dashboard, met kerncijfers over de aandelen-, ETF- en obligatiehandel door Belgische retailbeleggers bij entiteiten onder toezicht van de FSMA; zo belegden in 2024 minstens 59.000 Belgen voor het eerst in een ETF. Daarnaast bevroeg de FSMA eind-2024 een representatieve steekproef van beleggers; hieruit blijkt onder meer dat jongeren een breed gamma aan informatiebronnen raadplegen bij het nemen van beleggingsbeslissingen.

FSMA RETAIL INVESTOR DASHBOARD

De FSMA ontvangt sinds begin 2018 informatie over transacties in financiële instrumenten in het kader van de Europese MiFIR-verordening. In navolging van eerdere studies over het gedrag van Belgische beleggers publiceerde de FSMA in mei en juli 2025 de tweede en derde editie van het driemaandelijkse FSMA Retail Investor Dashboard, met kerncijfers over de aandelen-, ETF- en obligatiehandel door Belgische retailbeleggers bij entiteiten onder toezicht van de FSMA. 

Het dashboard start met een aantal vaste kerngrafieken (die bij elke periodieke publicatie geüpdatet zullen worden). Daarna volgt een variabel deel met wijzigende inhoud. De derde editie bevat gegevens tot en met het eerste kwartaal van 2025.

Toegenomen beleggersinteresse in het eerste kwartaal van 2025

Het eerste kwartaal van 2025 kende een toename van de beleggersactiviteit in vergelijking met het voorgaande kwartaal. Ongeveer 187.000 Belgische retailbeleggers verhandelden aandelen, een stijging ten opzichte van het vierde kwartaal van 2024 en een stabilisering ten aanzien van de eerste helft van 2024. Een recordaantal van 94.000 Belgische retailbeleggers verhandelde ETF’s in het eerste kwartaal van 2025, een stijging van meer dan 20% in vergelijking met het voorgaande kwartaal. Het aantal obligatiebeleggers daalde met 30% op kwartaalbasis, tot ongeveer 16.000. Over heel 2024 waren er in totaal respectievelijk 347.000, 137.000 en 57.000 Belgen die minstens één aandelen-, ETF-, of obligatietransactie deden.

04 BFWD 2025 7 Grafiek Saelens

59.000 nieuwe ETF-beleggers in 2024

Tijdens het eerste kwartaal van 2025 handelden respectievelijk 20.000, 22.000 en 4.000 Belgische retailbeleggers voor het eerst in aandelen, ETF’s of obligaties. Voor ETF’s lag het aantal nieuwkomers op het hoogste niveau van de afgelopen 5 jaar. Over heel 2024 daarentegen belegden 59.000 Belgische retailbeleggers voor het eerst in ETF’s (ten opzichte van ongeveer 30.000 jaarlijkse nieuwkomers de afgelopen jaren). Voor aandelen en obligaties bedroeg het aantal nieuwe beleggers respectievelijk 64.000 en 20.000.

Samen voerden de Belgische retailbeleggers meer dan 1,17 miljoen aandelentransacties uit tijdens het eerste kwartaal van 2025. In een jaar tijd steeg het aantal ETF-transacties op kwartaalbasis met meer dan 65% tot 281.000 in het eerste kwartaal van 2025. Daarnaast voerden de Belgische retailbeleggers ongeveer 25.000 obligatietransacties uit.

Beginnende beleggers kiezen vaker voor ETF’s

Het dashboard analyseerde ook de allereerste transactie van Belgische retailbeleggers die voordien nooit eerder in aandelen, ETF’s of obligaties handelden. Terwijl in 2020 meer dan 85% van deze groep aandelen verkoos bij hun eerste transactie was dit in 2024 nog slechts 51%. Over dezelfde periode steeg het aandeel van ETF’s van ongeveer 8% tot meer dan een derde. ETF’s lijken zo in toenemende mate te fungeren als toegangspoort naar de kapitaalmarkten voor nieuwe beleggers.

Belgische aandelenbeleggers kiezen vaker voor Amerikaanse aandelen

In het vierde kwartaal van 2024 verhandelden Belgische retailbeleggers voor een totaalbedrag van bijna 6,4 miljard euro aan aandelen. Respectievelijk 29%, 25% en 42% daarvan is toe te schrijven aan Belgische, Europese en Noord-Amerikaanse aandelen. Het belang van Belgische en Europese aandelen bereikte daarmee een 5-jarig dieptepunt. Begin 2020 stonden Belgische en Europese aandelen nog in voor respectievelijk 45% en 33% van de verhandelde waarde. Het valt af te wachten of deze trend zich ook in 2025 verderzet of dat Europese beleggers opnieuw meer Europees gaan beleggen als reactie op het Amerikaanse handelsbeleid.

Belgische beleggers zijn nettoverkopers van aandelen in de aanloop naar en in de dagen volgend op de aankondiging van importtarieven

In de dagen volgend op de aankondiging van de Amerikaanse importtarieven op 2 april 2025 verhandelden de Belgische retailbeleggers duidelijk meer aandelen en ETF’s, terwijl het aantal obligatietransacties vrijwel constant bleef. Ondanks de onzekerheid die deze aankondiging teweegbracht was een meerderheid van de uitgevoerde transacties door Belgische retailbeleggers een kooptransactie.

Echter, in termen van volume waren Belgische retailbeleggers zowel voor als na de aankondiging nettoverkopers van aandelen: het totaalbedrag aan verkopen lag hoger dan het totaalbedrag aan aankopen (terwijl dit voor ETF’s en obligaties minder het geval is). De netto-verkopen van aandelen door Belgische retailbeleggers zijn grotendeels toe te schrijven aan beleggers van 60 jaar en ouder alsook aan mannen.

Tot slot valt op dat beleggers van 18 tot 39 jaar gedurende elke dag van de beschouwde periode netto-aankopers van ETF’s waren. Bovendien namen de netto-aankopen van deze groep toe direct na de aankondiging van 2 april, terwijl dit voor andere leeftijdsgroepen pas het geval was nadat de geruchten over een mogelijke tarievenpauze bekend raakten.

FSMA RETAIL INVESTOR SURVEY

De FSMA voerde, in samenwerking met IPSOS, in december 2024 een online enquête uit bij 1.500 Belgische beleggers. Dit is een representatieve steekproef (op basis van leeftijd, geslacht en regio) van de Belgische beleggerspopulatie tussen 16 en 80 jaar. De resultaten van deze Retail Investor Survey werden eind mei 2025 gepubliceerd op de website van de FSMA.

De enquête definieert beleggers als respondenten die andere financiële producten dan spaarrekeningen, termijnrekeningen, pensioensparen of tak-21 producten aanhouden. De voornaamste resultaten van de enquête worden hieronder besproken.

Algemeen profiel investeerders

Ongeveer 37% van de Belgen tussen 16 en 80 jaar is een belegger. Dit percentage ligt iets hoger dan het percentage beleggers (34%) in de voorgaande enquête, die werd uitgevoerd in 2022.(1) In vergelijking met de algemene Belgische bevolking zijn beleggers vaker mannen, maken beleggers vaker deel uit van de hogere sociale klassen (gedefinieerd op basis van inkomen en beroepscategorie) en zijn beleggers minder vaak woonachtig in Wallonië. Daarentegen is de leeftijdsverdeling en gezinssituatie van beleggers vergelijkbaar met die van de algemene bevolking.

6 op de 10 beleggers hebben een maandelijks netto-gezinsinkomen tussen 2.000 en 5.000 euro. De helft van de beleggers spaart maximaal 400 euro per maand. Uit de bevraging blijkt ook dat bijna 45% van de beleggende twintigers een investeringsportfolio van maximaal 10.000 euro beheert. De helft van de -40-jarige beleggers heeft een portfolio van maximaal 20.000 euro.(2)

Portfolio samenstelling

Spaarrekeningen, pensioensparen, fondsen en beursgenoteerde aandelen zijn de meest populaire instrumenten bij de beleggers. 85% van de beleggers heeft een spaarrekening, iets meer de dan helft doet aan pensioensparen, 38% investeert via fondsen en iets meer dan 1 op 3 investeert in beursgenoteerde aandelen. Ondanks de toenemende populariteit van ETF’s (zie ook het FSMA Retail Investor Dashboard) heeft slechts 16% van de beleggers deze in portefeuille.

De leeftijd van een belegger bepaalt mee welke instrumenten in portefeuille worden aangehouden. Jongeren investeren vaker in crypto (meer dan 40% van de twintigers en dertigers geeft aan crypto te bezitten), ETF’s en derivaten, terwijl vijftigplussers vaker tak-21 en tak-23 producten, fondsen en beursgenoteerde aandelen aanhouden. Naarmate beleggers ouder worden, stijgt ook de participatie in pensioensparen. Hoewel een aanzienlijk gedeelte van de jongeren belegt in crypto, blijft de inleg in absolute termen beperkt. Meer dan 40% van de crypto-investeerders heeft een investeringsportfolio met een totale waarde van minder dan 10.000 euro, 54% beheert minder dan 20.000 euro.(3)

Financiële geletterdheid en kennis

Als deel van de enquête werd beleggers gevraagd om de eigen financiële kennis te beoordelen. Daarnaast legden beleggers een standaardtest af over financiële geletterdheid met vragen over diversificatie, inflatie, vaste versus variabele rente en het verschil in risico tussen obligaties en aandelen. Terwijl 75% van de beleggers de impact van inflatie op koopkracht correct inschat, is iets meer dan de helft van de beleggers op de hoogte van de verschillen in risico tussen aandelen en obligaties. 60% van de beleggers is voldoende vertrouwd met het concept diversificatie. Dit laatste resultaat ligt in lijn met de bevindingen die aan bod kwamen tijdens het webinar naar aanleiding van het FSMA-jaarverslag 2024.(4)

Ongeveer een kwart van de beleggers beantwoordde alle vragen correct. 2 op de 3 beleggers die hun kennis als ‘voldoende tot uitgebreid’ inschatten, beantwoordden minstens 3 van de 4 vragen correct. De beleggers uit deze groep lijken zichzelf grosso modo correct in te schatten; er lijkt dus geen sprake van overmoed. Beleggers die hun eigen financiële kennis als ‘laag tot onbestaand’ inschatten, lijken zichzelf te onderschatten: 70% van de beleggers uit deze groep beantwoordde minstens de helft van de vragen correct.

Ongeveer 60% van de beleggers beoordeelt de eigen kennis als ‘voldoende’ of ‘uitgebreid’. Jongeren zijn voorzichtiger en schatten hun financiële kennis (onterecht) lager in, zestigers schatten hun financiële kennis het hoogst in. Tot slot bleken mannen beter te scoren op de financiële geletterdheidstest dan vrouwen. Uiteraard dient opgemerkt te worden dat de afgelegde standaardtest niet alle aspecten van financiële kennis adequaat kan bevragen.

Jongeren op de beurs

Jongere beleggers zijn meer vertrouwd met het KID (Key Information Document) en de Europese ESG-classificatie (in artikel 6, 8 en 9 fondsen) dan ouderen. Het KID is gekend bij iets meer dan 60% van de -30-jarige beleggers (en ongeveer 50% van alle beleggers) die investeren in een product waarvoor een KID voorhanden is. Kennis over de Europese ESG-classificatie vertoont dan weer een sterke link met de leeftijd van de belegger: 80% van de beleggende twintigers is hiermee vertrouwd, wat merkbaar meer is dan bij de beleggende vijftigers (34%) en de beleggende zeventigers (18%).

Jongere beleggers raadplegen verder ook een breder gamma aan informatiebronnen bij het nemen van beleggingsbeslissingen. Zij informeren zich onder meer via nieuwsberichten op de login-omgeving of app van de aanbieder, hard data (zoals historische koersdata, persberichten, (half)-jaarverslagen), de prospectus of KID. Ze doen ook algemene opzoekingen op het internet, volgen sociale media, en doen een beroep op familie en vrienden. Oudere beleggers daarentegen vertrouwen voornamelijk op het advies van een professional (zoals een bankier of boekhouder), informatie beschikbaar via de algemene pers of voeren helemaal geen beleggingsonderzoek uit.

Deze resultaten tonen aan dat jongeren in het algemeen goed op de hoogte zijn van belangrijke financiële concepten en zich ook grondig informeren bij het nemen van beleggingsbeslissingen.

Duurzaamheid en ESG

Bijna 70% van de beleggers kent het concept duurzaam beleggen. Dit zijn iets vaker mannen dan vrouwen. Vooral beleggers jonger dan 50 jaar en vrouwen hechten belang aan duurzaamheid.

Beleggers geven aan dat zij, specifiek met betrekking tot duurzaam beleggen, vooral belang hechten aan informatie over de werkelijke impact van dergelijke beleggingen op de maatschappij en het milieu en over de prestaties van duurzame beleggingen in vergelijking met andere beleggingen. Daarnaast wensen beleggers geïnformeerd te worden over welke duurzame beleggingsproducten op de markt verkrijgbaar zijn.

Eindnoten

(1) Het verschil is statistisch significant.

(2)  De vragen met betrekking tot inkomen en/of portfoliogrootte werden niet door alle respondenten beantwoord (de niet-response graad bedraagt ongeveer 10%). De getoonde waarden zijn dus (meer dan bij andere vragen) schattingen.

(3) Het investeringsportfolio omvat hier de waarde van alle activa in portefeuille, dus niet enkel de crypto activa.

(4) Slide 26 van het webinar op 21 juni 2024.

Auteurs

04 BFWD 2025 7 Foto Dieter Saelens

Dieter Saelens

Economist FSMA